Ik
volg een cursus in wachten. Het begon me te dagen toen ik weer eens
twee en half uur in de rij stond om de gasrekening te betalen. Maar
eigenlijk had ik al een vermoeden toen we 5 uur moesten wachten voor
onze verblijfsvergunning. Nu wij al dagen (wat zeg ik? Anderhalve
week inmiddels!) wachten op onze auto, weet ik het zeker. Het is dan
wel een gratis opleiding, hij is behoorlijk pittig.
Het
eigenaardige is dat ik Kameroeners niet zie wachten. Ze staan er wel,
maar ze wachten niet. Wij Nederlanders (even lekker generaliseren)
wachten nadrukkelijk. Want áls wij in Nederland ergens onverwachts
moeten wachten (en dat gebeurt niet zo vaak, geloof mij maar), dan
wachten we ook goed. Kameroeners niet. Die doen niets. En het maakt
niet uit of ze een paar minuten moeten wachten, een aantal uur of een
hele dag. Want je zou zeggen als je van te voren weet dat je een paar
uur moet wachten, je iets meeneemt ter afleiding: een spelletje, een
boekje, een tijdschrift, de krant. Weet ik veel. Iets! Maar dat doen
ze niet. Ik vind dat zo knap. Ook controleren ze hun telefoon niet
iedere vijf minuten op nieuwe berichtjes, halen ze geen vuil onder
hun nagels vandaan, versnipperen ze geen papiertjes, trekken ze niet
aan een loshangend draadje van hun blouse, trommelen ze niet met hun
vingers, zuchten niet. Ze doen helemaal niets. Nu kan ik natuurlijk
niet in hun hoofden kijken, misschien zijn ze de vloeroppervlaktes
aan het berekenen met de stelling van Pythagoras, maar dat denk ik
niet, als ik eerlijk ben.
Zo
ging ik laatst de waterrekening betalen. Bij aankomst op het
'kantoor' zie ik buiten drie lange rijen staan. Ik heb geleerd van
mijn eerdere wacht-ervaringen en heb dus een boek meegenomen. Maar ik
begin met het observeren van de Kameroeners om mij heen, want hoe
doen zij dat toch? Wat is wachten eigenlijk? Het is slechts een state
of mind, bedenk ik me. Ik stel me gewoon voor dat ik op een terras
zit. Lekker mensen kijken en genieten van de rust... heerlijk. Het lukt me
weliswaar dit beeld een half uur vast te houden, totdat ik
zweetdruppeltjes over mijn rug naar beneden voel glijden, mijn mond
droog aan begint te voelen en ik pijn aan mijn benen krijg. Dit klopt
niet meer met mijn beeld van een terrasje. Ik doe ook veel te
ingewikkeld. Hoe doen zij dat dan? Volgens mij denken ze gewoon aan
niks. 'Oké, denk ook aan niks. Ga op in dit moment.'
Weer
een half uur later, ik ben bijna aan de beurt, hoor ik ineens gekreun
vooraan in de rij. Oh nee! (Kameroeners kreunen alleen als er iets
heel vervelends gebeurt). Ze hebben 'mijn' loket dichtgegooid. Geen
zin meer, moet plassen, afgewerkt, je weet het hier nooit, maar het
loket is dicht en blijft dicht. Dit kan toch niet? Verontwaardigd wil
ik de andere mensen in 'mijn' rij aankijken, maar deze is reeds
opgelost. Ze hebben zich al achteraan gesloten in de andere rijen en
staan wederom in standje niets-doen-niets-denken.
Als
je me nu, na bijna een jaar in Kameroen te zijn, zou vragen wat ik
als grootste verschil zou aanduiden met Nederland, zou ik zeggen: de
tijd. Of beter gezegd, het omgaan met de tijd. Nee, dat is ook niet
wat ik bedoel. De waarde die gehecht wordt aan tijd. Dat komt meer in
de buurt. Waar wij in Nederland menen controle te hebben over tijd,
lijkt de Kameroener zich niet te beseffen dat er zoiets bestaat als
tijd. Een hele vreemde manier van leven, zo leek mij in den beginne.
Maar hoe langer ik hier ben, hoe meer ik me kan vinden in dit
'gemis'. Het komt me zelfs meer en meer voor als een bevrijding. Een
bevrijding uit de gevangenis van tijd.
Als
je er over nadenkt, is het toch ook van de zotte, wanneer wij zeggen:
'Ik heb geen tijd'. Hoezo, je hébt geen tijd? Is tijd iets dat je
kunt bezitten dan? Iets wat je even tot je kunt nemen, er gebruik van
kunt maken en het vervolgens weer weg kunt gooien? Dit alles klinkt
wellicht abstract voor jullie in Nederland en je zult denken dat het
slechts een uitdrukking is, een manier om iets te zeggen. Maar toch
leven we er wel naar in het westen, heb ik ontdekt.
Nog
zo'n uitdrukking: 'Dat kost veel tijd' of 'Ik heb er veel tijd mee
verloren'. Als je het even laat binnenkomen, is het toch gek? Dat je
tijd zou kunnen verliezen, alsof het een voorwerp is. Het is er toch
altijd en in overvloed? Een Kameroener zul je nooit horen zeggen dat
hij geen tijd heeft. Hij is bezig of niet. Je kunt ook geen tijd met
hem afspreken. Hij komt of hij komt niet. En simpeler kunnen ze het
niet maken. Als een Kameroener een hele dag ergens heeft zitten
'wachten' en datgene gebeurt niet waarvoor hij/zij daar heeft
gezeten, komt ie niet thuis en zegt: 'Heb ik daar toch de hele dag
voor niets zitten te wachten!' Nee, niets van dat alles dunkt mij.
Waarschijnlijk zal manlief of vrouwlief vragen: 'En? Is het gelukt?'
'Nee', zal zijn/haar wederhelft zeggen. 'Morgen dan maar weer,' zal
het slotantwoord zijn. En zo simpel kan het leven zijn, mensen!
Natuurlijk,
rustig maar, ik voel de wederstand hier! 'Daarom zijn wij rijk en zij
arm', hoor ik je denken. En wellicht zit daar een kern van waarheid
in (buiten het feit dat ze hier ook behoorlijk door 'ons' zijn
uitgebuit en nóg...maar dat behandelen later nog wel een keer). De
vraag is: maakt rijk zijn gelukkiger? Is het de schat waard, zo
gezegd? Als je ziet hoeveel mensen er alleen in Nederland al
rondlopen met een burn-out of andere stress-klachten, is dat toch een
reële vraag. Zijn wij als slaven van de tijd per definitie zoveel
wijzer, omdat we daar geld mee kunnen verdienen?
Maar
misschien nog belangrijker is de vraag: kunnen we geen combinatie
maken van the best of all? Dus, we laten ons niet meer beheersen door
tijd alsof we geen keuze hebben, maar gebruiken de tijd wel om zo
efficiënt mogelijk te werken. Zo slaan we twee vliegen in één
klap. Ik kan niet wachten tot de tijd er rijp voor is!
Door: Marijke