Pagina's

zondag 25 september 2011

De laatste gorilla's van Messondo

Twee eekhoorntjes rennen door de tuin en verstoppen eikeltjes in de grond. Eekhoorntjes & eikeltjes? Jawel, ik ben voor vakantie even terug in het Eindhovense. In de achtertuin van mijn ouders, aan de bosrand, waar de pluizige beestjes vrolijk zitten te wezen in de stralen van de waterige nazomerzon. Kneuterig, maar o zo vertrouwd is het beeld van deze schepsels van de ‘wilde’ Nederlandse natuur.
Het is goed toeven met een glas Bavaria in een comfortabele tuinstoel. Maar vannacht was ik weer terug in de regenwouden van Messondo. Ik bevond me te midden van een troep laaglandgorilla’s. Ze keken angstig uit hun ogen, die beesten, en ze krijsten. Geweerschoten dreunden als granaatinslagen om ons heen. Een gorilla tuimelde voor over, tussen de lianen. Daar bleef ie roerloos liggen. Uit zijn glanzende vacht spoot een straal bloed. De rest van de troep loste op in het groen. Bezweet schrok ik wakker.
De nachtmerrie over de gorilla’s van Messondo kwam niet als donderslag bij heldere hemel. Het is een tastbare herinnering, een voortvloeisel van een bezoek aan de dorpen rond het woud, nu precies een week geleden. Toen zei de chef du village van het aangrenzende dorp: ,,We hebben een probleem. De gorilla’s worden gestroopt. In de afgelopen maand al drie.’’ Als bewijs toonde hij me een foto, gemaakt met zijn mobieltje. Een zwart lijf met schotwonden ter hoogte van het schouderblad. ,,Wat kunnen we er tegen beginnen?’’, vroeg hij zich vertwijfeld af.
Ik heb het met de dieren te doen. Ergens rond de dertig laaglandgorilla’s zouden er nog rondzwerven in het woud van Messondo. Het zijn geen aaibare eekhoorntjes. Wel levende fossielen uit een tijd dat mensen en apen nauwelijks van elkaar te onderscheiden waren. Wie ooit de kans heeft gekregen om in de ogen van een gorilla te kijken, ziet de blik van onze voorvaderen. Littekens van een leven vol ontberingen. En laatst, in een gebied ten westen van Messondo, verwonderde ik me over een babyaapje. Drie weken oud, -de moeder was in de maag verdwenen van een paar dorpelingen-, scharrelde het beestje tussen de woningen. De jager die zijn ouders had geschoten, beschouwde ie als een surrogaatmoeder. Hij klom in de jongen als ie zich bedreigd voelde en sliep op zijn schoot in de namiddag. Met die tengere vingertjes en zijn onbegrensde nieuwsgierigheid was ie net een mensenjong van een jaar oud.
Maar goed, de laaglandgorilla’s van Messondo zitten in een precaire situatie. Gevangen tussen de houtkapmaatschappij die de bomen opvreet en aan de andere kant de rivier Union, een onneembare hindernis want de apen zijn als de dood voor het kolkende water. Nu komen de stropers daarbij. Het vlees is gewild, een delicatesse en een potentieverhogend middel voor de elite. Wie de hoogste autoriteit wil pleasen, biedt de gast een stuk gebraden arm. Dat geeft kracht.
Gorilla’s doden is bij de Kameroense wet verboden. Maximaal drie jaar gevangenisstraf staat ervoor, als je op heterdaad wordt betrapt. ,,We kennen de daders’’, zei de chef du village. ,,Het zijn mensen van hier.’’ Maar, voegde hij er onmiddellijk aan toe, dat ligt gevoelig. ,,Wie gaat ze aangeven?’’ We besloten op die dag dat het beter was om voorlichting te geven tijdens de komende dorpsvergaderingen. Om het belang van de gorilla’s voor het behoud van het bos te onderstrepen. Want met het eten van de vruchten zorgen ze voor de verspreiding van de boomzaden. En we concludeerden eensgezind dat ze met hun gedrag en voorkomen wel heel dicht bij ons mensen staan. ,,Als jullie ze dat kunnen overbrengen, hebben we al een hoop gewonnen’’, waren de slotwoorden van de chef. ,,Want naar jullie willen ze luisteren.’’
De eekhoorntjes rennen over de takken van de fijnspar. De eikels zitten in de grond. Ik sta op om nog een Bavaria uit de koelkast te nemen. Ondertussen pijnig ik mijn hersenen over de vraag of de laatste gorilla’s van Messondo van de ondergang gered kunnen worden. Zal het lukken?
Door Jeroen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten