Pagina's

zondag 16 oktober 2011

Moord op een ranger


Kameroen kent nog een paar schimmige gebieden waar de wetteloosheid regeert. De jungle in het zuidoosten is zo’n voorbeeld. Daar aan de grens met Congo-Brazzaville en Centraal-Afrika spelen zich zaken af die net zo duister zijn als de bodem onder het dichte bladerdak.  Bandieten en gelukszoekers bewegen zich door een niemandsland van lianen, stekelig struikgewas en zompige kreken. Speurend naar goud, diamanten, ebbenhout en jachttrofeeën. Het is er levensgevaarlijk als ik de verhalen van enkele kennissen mag geloven.
Op 27 september ging ranger Zomedel Pierre Achille met zijn collega en enkele helpers op patrouille. Werkzaam voor het Wereld Natuurfonds bewaakt hij een uitgestrekt wildreservaat even ten noorden van Nationaal Park Lobéké. Achille wist dat er zeldzame dieren zoals de laaglandgorilla, de chimpansee en de bosolifant huisden;  hij had immers vaak genoeg de sporen gezien en soms had hij het geluk een glimp van de beesten op te vangen. Maar hij wist ook dat de dieren enorm gewild waren bij stropers. Het ivoor van de olifanten, het gorillavlees voor magische krachten, de babychimpansees als huisdieren. Alles gaat de grens over naar handelaren die grof geld verdienen aan dierenleed.
Die regenachtige dag trok Achille met zijn team diep het reservaat in. De helpers kapten zich met machetes een weg door het groen, Achille en zijn collega volgden in hun kielzog. De regen die met bakken uit de hemel viel overstemde het monotone tsjirpen van de cicaden en het gezang van kikkerkoren. De roodbruine modder kleefde aan hun laarzen en maakte het stappen steeds zwaarder.
Na ongeveer vijf kilometer stuitten ze op een kamp. Er stonden twee hutten, er lagen wat proviand en enkele bidons naast een zwartgeblakerde plek. Onder een provisorisch dak van palmbladeren hingen twee dode gorilla’s te drogen. Ze waren net gevangen, het bloed droop nog van de vachten. Alles wees erop dat de stropers in de buurt waren. Waarschijnlijk waren ze de vallen aan het controleren.
De helpers gingen terug, Achille en zijn collega besloten te wachten. Ze verborgen zich in het struikgewas om de lieden op heterdaad te betrappen. Twee, drie uren gleden voorbij. De regen stopte. Het woud glansde in de middagzon. Een neushoornvogel vloog verschrikt op. En toen klonk het geluid van stemmen uit de jungle.  
Een groep mannen naderde het kamp. Achille kon de contouren van hun lichamen van de groene achtergrond onderscheiden. En hij zag tot zijn schrik dat ze zwaar bewapend waren; ze droegen kalashnikovs op de schouders.
Op een twintigtal meters afstand hielden de mannen plotseling halt. Misschien was het de afdruk van een laars in de modder dat hun aanwezigheid verried; of misschien voelde het instinct van de door de wol geverfde stropers aan dat er iets niet in de haak was. De lopen van de kalashnikovs wezen ineens richting het struikgewas waar Achille en zijn collega zaten. De hinderlaag was ontdekt.
De twee ongewapende rangers kwamen tevoorschijn en werden direct getrakteerd op een kogelregen. Achille werd in de borst geraakt en viel voorover. Zijn collega probeerde hem weg te slepen, terug het struikgewas in, maar werd door een tweede salvo in de arm geraakt. Met zijn andere arm deed hij nog een dappere poging Achille in veiligheid te brengen. Tientallen meters worstelde hij met zijn lichaam half op zijn rug door de dichte begroeiing, maar de belagers begonnen hen in te sluiten. De collega moest Achille achterlaten en vluchtte halsoverkop de jungle uit.
Ondanks de hevig bloedende arm slaagde de ranger erin het dichtstbijzijnde dorp te bereiken en zijn verhaal te doen. Van daaruit werd het nieuws doorgeseind naar Yokadouma, de provinciehoofdstad. Er werd een team van de commando’s van de BIR (de special forces) ingeschakeld. Samen met enkele rangers arriveerden die bij het reservaat. Het was al gaan schemeren, maar ze besloten om de jungle in te trekken op zoek naar Achille en de stropers.
Van de stropers geen spoor meer. Van Achille wel. Om vijf uur in de morgen werd zijn lichaam gevonden. Geheel naakt en vastgebonden aan een boom. Volgens een lid van de BIR-brigade wees alles erop dat Achille was gemarteld alvorens ie was gelyncht.
Het Wereld Natuurfonds maakte het treurige nieuws bekend in een persbericht. En bracht meteen naar voren dat de rangers slecht uitgerust zijn om het gevecht aan te gaan met de georganiseerde misdaad. ,Het ministerie moet hun goede vuurwapens geven zodat ze kunnen reageren op aanvallen van stropers’, liet een woordvoerder weten.
Ik weet niet of dat wel de oplossing is. In de dichte jungle van het zuidoosten kunnen stropers achter elke boom staan. En het is goed mogelijk dat ze voortaan nog sneller zullen schieten om de wapens van de rangers te bemachtigen. Goede kans dat ze daarbij geen getuigen levend willen achterlaten.
Ondertussen gaat de handel in ivoor, vlees en huiden door. En blijft stropen in het niemandsland van Kameroen een bijzonder lucratieve business.
Door Jeroen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten