Pagina's

donderdag 9 juni 2011

Voer voor de Leeuwen

Of ik zin had om naar de wedstrijd Kameroen-Senegal te gaan, vroeg een collega me vorige week. Daar hoefde ik nog geen seconde over na te denken. Nou en of, rolde het er automatisch uit. Ik wilde de Ontembare Leeuwen -de geuzennaam voor het nationale elftal- maar al te graag live zien. Uiteraard onder de bezielende leiding van aanvoerder Eto’o. De sterspeler van Inter Milaan, Kameroens hoop in bange dagen. Want de Leeuwen waren de laatste tijd verworden tot verwende Perzische katten, te lief om het de tegenstander moeilijk te maken en te mak om de bal naar voren te schoppen. Maar met Eto’o zou het vuur terugkeren. En er stond wat op het spel. Kameroen moest winnen om nog kans te maken op een ticket voor de African Cup.

De wedstrijd was afgelopen zaterdagmiddag om 15.30 in Yaoundé. De hele morgen had het geregend, maar tegen het middaguur werd het droog. Dat was maar goed ook. We hadden namelijk een taxi richting het stadion genomen, maar heel het centrum zat muurvast. Geen doorkomen aan. Dus liepen we de laatste twee kilometer tussen duizenden joelende fans, gestoken in het shirt van Eto’o en het gelaat beschilderd met de Kameroense driekleur. Als het lawaai een graadmeter is voor succes, dan hadden de Leeuwen al dik gewonnen.

We passeerden de barricades van de militairen, want het was een risicowedstrijd (maar misschien is elke wedstrijd wel reden tot een staat van hoogste paraatheid in een voetbalgekke natie). De laatste honderd meter wurmden we ons door een kordon van ME-tanks, kochten voor drie eurocent een stuk karton om onze kont droog te houden en sloten aan in de rij. Het was worstelen, een duw hier, een stomp daar, totdat een vriendelijke militair er ons uitpikte en ons via de vip-poort toeliet. Blank zijn heeft soms ook zijn voordelen.

Het was half twee en het stadion stond al op zijn kop. Een bonte mengeling aan kleur en muziek. Fans in leeuwenpakken (waar deden ze me ook alweer aan denken?) en tientallen trommels, jambays en ander tamtam-gereedschap. Aan de overzijde renden tientallen toeschouwers ritmisch van de ene naar de andere kant. Een oorlogsdans of een voorschot op de overwinning? Het zag er in elk geval spectaculair uit.

Anderhalf uur later trilde het bomvolle stadion op zijn grondvesten. Ik keek naar boven, zag de met varens begroeide zuilen en de barsten in het beton en dacht: het is niet de eerste keer dat een tribune in een of ander Afrikaans land het begeeft. De overige 45.000 toeschouwers hadden echter alleen maar oog voor één man: Eto’o. Hij kwam met nummer 9 en een gele aanvoerdersband het veld op en hief zijn armen. Kameroen, ik ben hier om onze droom uit te laten komen, leek hij met het gebaar te willen zeggen. Vertrouw op mij.

Eto’o was tijdens de wedstrijd opvallend aanwezig. Hij speelde zijn directe tegenstander uit, gaf slimme paasjes en scherpe voorzetten. Senegal had geen schijn van kans, ze waren de prooi voor de uit een diepe slaap ontwaakte Leeuwen. Maar tot een goal kwam het maar niet. En zo werd het stiller en stiller in het stadion.

Een kwartier voor het einde, toen Kameroen een corner kreeg, moest er gewisseld worden. Het bord van de vierde man toonde nummer 5 ten koste van nummer 13. De kersverse speler maakte alvast sprongetjes op de plaats en nummer 13 jogde op een sukkeldrafje richting de middellijn. Maar de wissel was tegen de zin van Eto’o in, want onmiddellijk rende hij achter de nummer 13 aan, trok hem aan z’n arm en duwde hem weer richting het strafschopgebied. Nummer 5 staakte zijn huppelsprongetjes en keek beteuterd naar zijn medespelers. De coach kon wel door de grond zakken (tenminste dat zou ik doen als ik hem was), maar op de tribune schreeuwde de 45.000 man luidkeels: Eto’o!, Eto’o! en volgde er een oorverdovend applaus.

En toen kwam het. Drie minuten voor het einde, met nog steeds die akelige 0-0 op het scorebord, werd een Kameroense speler gevloerd in het strafschopgebied. De boosdoener kreeg meteen rood en de Ontembare Leeuwen een penalty. Eto’o!, Eto’o!, scandeerde het publiek en ik zag om me heen hoe fans elkaar juichend in de armen vallen.

En Eto’o nam de strafschop. Concentratie, een rustig aanloopje, het lichaam iets naar achteren, de wreef op het juiste moment naar voren en…. en toen spatte de bal tegen de doellat en ketste terug het veld in. Eto’o liet zich op de grond vallen en wilde zich waarschijnlijk nog kleiner maken dan zijn coach had gedaan.

Vier minuten extra speeltijd mochten niet meer baten. Het laatste fluitsignaal klonk en de Senegalezen vierden hun dramatisch slechte spel als een overwinning. De Ontembare Leeuwen waren weer getemd en de machteloosheid droop van het gezicht van Eto’o. Weg ticket voor de African Cup. Weg droom op een glorieuze rentree. De sterspeler van Inter Milaan snelde de catacomben in.

Het publiek roerde zich. Dit maal geen tamtam, geen vreugdedansen, maar het gevloek van een teleurgestelde menigte. Tientallen supporters die tien minuten eerder jubelden, klommen tegen het metershoge hek omhoog. Sommige bleven in het prikkeldraad hangen, anderen slaagden erin om op het veld te springen. Daar werd nu een nieuwe wedstrijd gespeeld. Die van de ordetroepen tegen ziedende fans. Het was geen hoogstaand spektakel, meer een knock-out gevecht. De fans in het shirt van Eto’o en de driekleur op de wangen werden genadeloos in elkaar getrapt door de guards. Meer versterking in uniform kwam er opdraven, dit maal gewapend met stokken.

Wij haasten ons naar de uitgang, want de projectielen vlogen ons om de oren. Buiten een grimmige sfeer: ik zag nog net hoe een groep supporters wraak nam op een guard die was gevallen. Lang duurde het niet voordat de sirenes van de gereedstaande ME-tanks gingen loeien. De waterkannonen op het dak spoten een goedje waarvan ik in eerste instantie dacht dat het traangas was, maar volgens mijn collega spul dat hevig brandt op de huid. We moesten hollen en de enorme parkeerplaats werd in één vlaag van de duizenden fans ontdaan.

Toen volgde de aftocht. Te voet, dezelfde twee kilometer in tegengestelde richting. Te midden van het garnizoen en toegetakelde leeuwenpakken. Een jongen deed zijn Eto’o-shirt uit en begon met zijn vrienden erover heen te pissen. Anderen rukten reclameborden van het trottoir, pakten een stift en schreven slogans op de achterkant. ‘Eto’o blijf voortaan in Milaan’ las ik en dat was misschien nog de meest vriendelijke versie. Tussen de held zijn en de paria worden zat vandaag tien centimeter. En misschien een klein stukje ego.

De Kameroense media deden melding van drie doden als gevolg van de rellen bij het stadion en Eto’o en zijn medespelers moesten in politiewagens ontzet worden. 

Geplaatst door: Jeroen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten