Pagina's

zondag 6 februari 2011

La blanche

Ze zeggen: ‘Afrika, je houdt ervan of je haat het'. Dat zal best, maar omgekeerd geldt dat ook. Ze houden hier van je of juist niet. Afrikanen, of althans Kameroeners, steken hun mening niet onder stoelen of banken. Het is geen Azië, waar ze nog zouden lachen als je op hun schoenen poept. Kameroeners maken hun voorkeur duidelijk kenbaar. Wat niet betekent, dat ze niet aardig zullen doen om iets voor elkaar te krijgen. Want dat ik minstens vijf keer per dag ten huwelijk wordt gevraagd, heeft niets te maken met mijn persoonlijkheid. Ik ben een blanke.

En dat zal ik weten ook. Zodra ik buiten onze (chique) wijk ben, bijvoorbeeld op de markt, is 'la blanche' (‘witte’) mijn roepnaam geworden. Meestal gebruikt door mannen. Soms is het aardig bedoeld, soms als grapje, soms als belediging. In het begin liep ik nog te wuiven als koningin Beatrix, maar nu niet meer. Want één blik en de man in kwestie denkt vrij spel te hebben: 'Zal ik met je meelopen? Ik houd van jou. Wil je met me trouwen?' Ondertussen houdt hij mijn arm vast en loopt met me op, alsof we een stelletje zijn. Want een Kameroener in gezelschap van een blanke, stijgt gelijk een aantal treden op de sociale ladder.

Maar, zoals ik al zei, niet iedereen is zo met 'la blanche' begaan. Sommigen zien me, naast een lopend geldbuideltje, ook als kolonist. Als veroorzaker van alle ellende in Afrika. Als banen-inpikker. Als racist. Als weet-ik-allemaal-nog-niet-meer.

Dus, waar het op neer komt, iedereen heeft een mening over mij wanneer ik over straat loop. Iedereen ziet me en, als ik ergens vaker ben geweest, herkennen ze me ook allemaal. Ik herken daarentegen niemand. Er is geen anonimiteit. En ik kan je zeggen, het is echt een raar gevoel als iedereen naar je kijkt. Het begint langzaam, maar zeker tot me door te dringen, waarom niemand van de expats hier naar de markt gaat. Waarom ze iemand inhuren om hun groenten en fruit te kopen.

Ook ik had gisteren bijna de hoop opgegeven. Ik zocht vernis en liep over straat. Ik liep voorbij straatventers, die allemaal opkeken en iets riepen. Voorbij de kleine visbarbecue, waar wachtende mensen me uitlachten, omdat ik duidelijk niet wist waar ik moest zijn. Voorbij taxi's die toeterden, want een blanke kan meer geld op leveren wanneer ze de prijzen niet kent. Voorbij de cafés, waar de jongens me uitnodigden aan hun tafeltje. En voorbij al die andere mensen, die me aanstaarden en iets over me dachten.

En daar, tussen al die geluiden, blikken en oordelen, gebeurde er iets. Want terwijl ik stond te wachten om een drukke straat over te steken, voelde ik ineens een hand in de mijne. Ik schrok en keek opzij. Mijn blik gleed naar beneden, waar twee paar donkere oogjes me enigszins angstig aankeken. Ze vroegen me, zonder woorden, hen te helpen over te steken. De blikken van die twee kindjes aan mijn hand, deden mijn hart smelten. Want even was ik geen blanke, geen lopende portemonnee, geen potentiële huwelijkskandidaat.. Voor hen was ik gewoon een volwassene, die hen kon helpen oversteken. Ik voelde me zo trots als een moeder eend met haar jong toen we behoedzaam de drukke weg trotseerden. Tot we de straat over waren en ze gelijk mijn hand loslieten en een donkere steeg in renden. Een steeg die leidt naar de achterliggende krottenwijk. Een plek waar ik niets te zoeken heb, als 'la blanche'.

Geplaatst door: Marijke

3 opmerkingen:

  1. dit verhaal kan zo in de krant, Marijke. Prachtig

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bij ieder nieuw verhaal scrol ik ook nog even naar beneden om la blanche nog eens te lezen.
    Zo mooi!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Echt super hartverwarmend.......!!!
    Xxx mis je
    Sandra

    BeantwoordenVerwijderen